woensdag 29 januari 2014

Zigeuners




Vanmiddag moest ik in een Eindhovens ziekenhuis een uurtje wachten op een taxiklant. Ik zat daar aan een leestafel, tegenover mij zaten een vrouw met een enigszins Indiaas uiterlijk en een oudere man die op haar leek. Zij spraken samen een taal die ik absoluut niet kon thuisbrengen, terwijl ik meestal toch vrij goed hoor uit wat voor taalgebied en uit wat voor regio een taal komt. Er zaten soms woorden tussen die enigszins Duits klonken, maar Jiddisch was het beslist niet. Opeens hoorde ik dat die vrouw regelmatig 'Tata' tegen de man zei. Toen viel het kwartje.
"Mag ik eens vragen, die taal die jullie spreken, is dat soms Sinti?"
Goed gegokt.

Mevrouw sprak goed Nederlands, weliswaar met een extreem zachte g en een sj in plaats van een s, maar verder was het perfect. De oudere man -haar vader- had er iets meer moeite mee maar kon toch goed deelnemen aan het gesprek.
We hebben een vol uur heel gezellig zitten praten, waarbij ik toch ook weer heel wat wijzer ben geworden. Want hoewel ik in een ver verleden beroepshalve veel met woonwagenbewoners heb gewerkt en daarnaast als journalist ook meer dan eens gesproken heb met uit Macedonië afkomstige import-Roma, had ik nog nooit Sinti of Roma gesproken die hier zijn geboren en getogen. 

Op een bepaald moment zei die mevrouw dat ze het toch wel mooi vond hoe ik zo open en onbevooroordeeld met haar zat te praten, het kan namelijk ook heel anders. Ik schrok, want terwijl ze vertelde over 'dieven', 'vies', 'wij zouden jullie kinderen stelen', 'gauw naar binnen want daar komen de zigeuners', zag ik weer al die waarschuwingen en vooroordelen waarmee niet alleen ik, maar alle kinderen in mijn jeugd werden grootgebracht. Zelfs als je open-minded ouders had, zoals ik, kreeg je als kind toch op school, in de kerk of in de buurt dergelijke vooroordelen ingeprent. 
Ik schrok ook toen ze vertelde hoe ze nergens recht op hadden en overal weggestuurd werden. Dit waren geen algemene verhaaltjes, dit waren doorleefde eigen ervaringen.
"Ik begrijp nog steeds niet waarom jullie dachten dat wij kinderen zouden stelen. Ik kom zelf uit een gezin met 12 kinderen, alle Sintigezinnen om ons heen waren groot. Onze ouders konden hun eigen kinderen niet eens behoorlijk voeden, hoe kwamen die Nederlanders toch ooit op het idee dat wij ook nog eens jullie kinderen zouden willen stelen? Het enige dat we wilden was voedsel en kleding, simpele dingen om te overleven. Als je niet mag werken, als je overal wordt weggejaagd en als je nergens iets te eten kunt vinden, dan moet je wel stelen als je niet dood wilt gaan."

Haar vader is 78 jaar, in Nederland geboren en nooit één dag naar school geweest. Zelf is ze 48, zij mocht naar de speciale zigeunerklas op een lagere school. "Er zaten alleen kinderen van Sinti in die klas. Wij moesten apart pauze houden en onze schooltijden waren ook anders dan die van de burgerkinderen, zodat we elkaar toch vooral maar niet zouden ontmoeten. Na de lagere school was er verder niks meer voor ons." (Kun je je dat voorstellen, anno 1977?) "Mijn eigen kinderen zitten gelukkig wel op een gewone school, ze gaan ook naar de middelbare school en ze hebben ook burgervriendjes die ze mee naar huis nemen."

De grootste verschillen tussen "jullie, burgers" en "wij, Sinti" vond mevrouw de manier waarop wij met familie omgaan. "Onze ouders hebben voor ons gezorgd totdat wij het huis uit gingen. Nu zijn ze oud en zorgen wij voor hen. Dat kan omdat we allemaal bij elkaar op hetzelfde kamp wonen. Jullie trekken ver weg van huis, stoppen jullie ouders in tehuizen en gaan dan af en toe een keertje daar op bezoek maar trekken je verder niks meer van hen aan."

Ik was het niet helemaal met haar eens, en zei dat ook. "Mijn moeder is ondanks dat ze bijna 83 is, nog zó zelfstandig en actief buiten de deur, ze moet er niet aan denken dat wij elke dag over de vloer komen. Sterker nog, toen ik haar wekelijks op ging zoeken nadat haar beste vriendin was overleden, vroeg ze me na 2 weken al om haar alsjeblieft wat meer met rust te laten. 
En dát was nou iets dat die Sinti mevrouw verstandelijk misschien wel kon begrijpen, maar gevoelsmatig helemaal niet.

Het is goed dat we allemaal anders zijn, maar het is nog beter dat we -zoals wij vanmiddag- open staan voor elkaars anders zijn en daar open en onbevooroordeeld over kunnen praten en ervaringen, ideeën en meningen uit kunnen wisselen. Van dit soort onverwachte ontmoetingen kan ik nou echt genieten.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten