vrijdag 3 januari 2014

Blind (2)



Ik ben nog steeds onder de indruk van het verhaal dat ik gisteren van een blinde theaterbezoekster hoorde, als er weer een blinde mevrouw bij me instapt. Ze is een stuk ouder dan de vrouw van gisteren, ik schat haar tweede helft zeventig. Deze vrouw heeft ook een hond bij zich, eerlijk gezegd is dat het eerste waaraan ik haar handicap ontdek. Voor het overige loopt ze zo zelfverzekerd het appartementencomplex uit, dat haar blindheid niet eens opvalt.

“Wilt u mij naar Best brengen? Naar de bowlsbaan?” Bowls? Wat is dat nou weer? Uit nieuwsgierigheid vraag ik het haar. “Het is een soort kruising tussen jeu de boules en bowlen. Er zijn niet zoveel bowlsbanen, het is ook niet zo bekend. Bij bowls speel je met een wat vreemd gevormde bal, waarvan het zwaartepunt buiten het centrum ligt. Daardoor maakt de bal een curve, met die bal moet je dan het kleine balletje, de jack, zien te raken.”

Ik sta paf. Van verbazing zet ik bijna de auto stil, midden op de snelweg. “He? Hoe kan dat nou? U speelt dat? Maar dat ziet u dan toch niet?”
Ze begint te lachen. “Dat vind iedereen vreemd, daarin bent u niet alleen. Maar ik ben met bowls begonnen toen ik nog een heel klein beetje kon zien, dat was een jaar of twaalf geleden, toen ik stopte met werken. Als je dan eenmaal het spel goed kunt spelen, maakt het niet zoveel uit dat je steeds minder ziet. Ik moet wel zeggen dat ik alleen nog maar met mijn eigen ballen kan spelen, en ook alleen op deze baan. Hier herken ik de geluiden, hier voel ik wat ik doe. Ja, en anderen moeten mij natuurlijk wel vertellen waar de jack ligt. Als ik dat eenmaal weet, maak ik nog menige ziende speler in, hoor. Ze zijn allemaal bang van mij.”

Ik vraag verder, wil alles weten. Ik vertel ook over de theaterbezoekster die ik gisteren in de taxi had, over de overeenkomsten die ik in beide verhalen hoor. “Ja hoor, dit is echt niet zo bijzonder voor blinden. Je gaat andere zintuigen zo goed ontwikkelen, dat die het gebrek aan zicht compenseren. En dan ben ik nog wel op latere leeftijd blind geworden, ik heb het dus ook niet van jongs af aan geleerd om te compenseren. Vanaf mijn 38e lijd ik aan retina degeneratie, langzaamaan werd ik blind. Toch heb ik tot mijn 65e gewoon een eigen zaak gerund. Natuurlijk deed ik niet alles alleen, ik had meisjes in de winkel die me hielpen. Maar heel veel dingen deed ik ook zelf, want in die tijd zag ik nog een heel klein beetje. Als ik vroeger ooit iets over blindheid hoorde, kon ik me niet voorstellen dat je dan nog zelfstandig iets kon doen. Maar je zult ervan versteld staan wat blinden nog allemaal kunnen, juist door die compensatie.”

We zijn er. “Zo, nou hoop ik maar dat er al andere mensen zijn, dan kan ik nog een beetje oefenen voordat dadelijk onze wedstrijd begint.”

april 2007




Geen opmerkingen:

Een reactie posten