Als mevrouw bij de ouderensoos naar buiten komt zie je het al: ze is niet in haar hum. Ze snauwt iets naar de man die haar wil helpen met haar rollator en de dames waarmee ze zojuist heeft gekaart, loopt ze met een boos gezicht voorbij. Ai, dat wordt gezellig.
"Vijf cent per kaart en ik ben vanmiddag iets meer dan een gulden kwijtgeraakt", moppert ze als ik haar begroet. De mevrouw die al op de achterbank zit wil haar verbeteren, maar ik trek een grimas: zeg maar niks.
Op het moment dat ik weg wil rijden, gooit de kaartmevouw haar gemopper over een andere boeg: "Chauffeur, u heeft knoflook gegeten!" Dat is niet zo, maar ik denk alleen "Nou en?" Verder houd ik mijn mond.
"Ik weet het zeker, u heeft knoflook gegeten. Ik ruik vreselijk goed en ik kan dat op mijlen afstand ruiken."
"Ik weet het zeker, u heeft knoflook gegeten. Ik ruik vreselijk goed en ik kan dat op mijlen afstand ruiken."
"Nou mevrouw, ik kan het niet zijn. En die dame achterin en u zijn mijn eerste klanten vandaag, het kan dus ook niet een luchtje zijn dat een andere klant heeft achtergelaten."