woensdag 29 januari 2014

Zigeuners




Vanmiddag moest ik in een Eindhovens ziekenhuis een uurtje wachten op een taxiklant. Ik zat daar aan een leestafel, tegenover mij zaten een vrouw met een enigszins Indiaas uiterlijk en een oudere man die op haar leek. Zij spraken samen een taal die ik absoluut niet kon thuisbrengen, terwijl ik meestal toch vrij goed hoor uit wat voor taalgebied en uit wat voor regio een taal komt. Er zaten soms woorden tussen die enigszins Duits klonken, maar Jiddisch was het beslist niet. Opeens hoorde ik dat die vrouw regelmatig 'Tata' tegen de man zei. Toen viel het kwartje.
"Mag ik eens vragen, die taal die jullie spreken, is dat soms Sinti?"
Goed gegokt.

zondag 19 januari 2014

Paniek



Een kat in het nauw maakt vreemde sprongen en van een mens in paniek kun je ook gekke dingen verwachten. Maar wat is paniek, hoe lang duurt dat? En wanneer gaat het over in een 'state of mind'?

Grote, tragische levensgebeurtenissen hebben een impact. Aanvankelijk reageer je vol ongeloof. Je ontkent het en op die manier geef je jezelf de kans om de waarheid in porties diep door te laten dringen. Vervolgens komt er een periode waarin je boos bent, protesteert, misschien zelfs een ander de schuld in de schoenen schuift. Maar dat werkt niet, dat merk je vanzelf. Als boos worden niet helpt, ga je vechten, behandelen of onderhandelen, of allemaal tegelijk. Maar nee, dat werkt ook niet. Als je dan helemaal geen uitweg meer ziet, slaat de depressie toe. Pas wanneer je inziet dat er niet meer te vechten valt en je jouw verdriet gaat accepteren, komt de berusting. 

Ergens in dat hele proces zit de paniek verscholen.

zaterdag 11 januari 2014

Evenwicht




"Arno, waar ben je? Help me alsjeblieft, ik kan niet verder."
"Rustig maar Hielke, ik ben hier, vlakbij. Kom, geef me maar een hand, dan help ik je wel naar buiten."

Ik sta naast mijn taxi en neem waar. Het is niet de eerste keer dat ik dit stel ophaal en steeds opnieuw treft het me. Alle blinde mensen die ik vervoer -en geloof me, dat zijn er heel wat- verbazen me steeds met hun zelfstandigheid, hun zelfredzaamheid en hun opmerkingsgave. Ze functioneren prima als ze zich door de grote boze buitenwereld moeten verplaatsen. Er zijn er maar weinig die hulp willen, meestal reageren ze zoals veel mensen met een beperking: "Dat kan ik zelf wel". Behalve Hielke. Zonder haar man is Hielke nergens, zelfs niet als ze nog in de deuropening van haar eigen huis staat. Zoals nu dus. 

vrijdag 10 januari 2014

Nier




Ik ben de hele dag al blij, blij voor een taxiklant van me. En nu ben ik intussen al weer enkele uren thuis en ik voel me nog steeds blij, blij voor meneer C.

Drie keer per week is het vast prik, dan halen mijn collega’s of ik eerst mevrouw M op en daarna twee straten verder meneer C. Altijd gaan ze samen naar de dialyse en altijd gaan ze ook weer samen naar huis.

dinsdag 7 januari 2014

Automerk


Deze week had ik een dame in de auto die echt overal verstand van had. Dat is geen geintje, dat meen ik. Alleen op het gebied van auto's liet ze het een beetje afweten. 

“Oh, chauffeur, moet u eens kijken wat een leuke auto. Volgens mij is die al heel oud.”
“Dat is een Volvo mevrouw, zo van rond 1960. Die noemen ze ook wel kattenrug, vanwege die hoge, afgeronde achterkant.”
“Wat een toepasselijke naam. En ik vind het echt een scheetje van een auto.”

Zeuren



Soms maak je in de taxi dingen mee waar je nederig van wordt. Dingen, waardoor je je haast gaat schamen voor jouw eigen gezeur, gemekker en gedoe. Dingen, waardoor je jezelf voorneemt om maar eens even je mond te houden, de volgende keer dat ‘het leven’ iets anders wil dan jij.

Vandaag haalde ik een moeder op die met haar zoontje van een jaar of  acht, negen misschien, naar een feestje wilde. Niks bijzonders, zou je zeggen. Maar wel als je weet dat moeder volledig verlamd in een stoel ligt. Ze heeft een locked-in-syndroom, het enige dat ze nog kan is horen en recht vooruit kijken of omhoog kijken. Ze ligt aan de beademing, ze krijgt sondevoeding en ze is volledig afhankelijk van een begeleidster die alles controleert, verzorgt, regelmatig met een ballon-met-zo'n-zuigding het overtollige slijm afzuigt en verder alles regelt.

Hemodialyse



Voor de afwisseling haal ik nu eens een dialysepatiënt in Eindhoven op. 
In het Catharinaziekenhuis wachten taxichauffeurs en de gedialyseerd patiënten aan enkele huiskamertafels op elkaar. Dat nodigt gemakkelijk uit tot een praatje, ik zit dan ook nog maar net of een verpleegkundige brengt een gedialyseerde mevrouw bij de tafel. “Bent u…” beginnen we allebei tegelijk. Mis, zij zoekt een chauffeur van Taxi Van Gerwen (“Ik dacht al, die draagt toch een ander uniform?”), ik zoek een mevrouw die naar Schaijk moet. 

Hill Street Blues



Wie kent Hill Street Blues nog? Vooral als je vóór 1970 geboren bent, weet je nog wat voor impact die serie had: de hectiek, de vele verhaallijnen en de menselijke emoties en dat allemaal door elkaar. Tegenwoordig is dat normaal, maar toen was het WOW.

Nou, zoiets was mijn taxidag vandaag:

Verkeersboete



Wat vind ik het belangrijkste van een beroepschauffeur? Dat ie veilig rijdt, dat ie niet teveel risico’s neemt en dat veiligheid boven alles gaat.
Vandaag werd mijn taxi in Den Bosch op Orthen bijna geplet door een auto die achter een ta-tu-ta-tu-ambulance aan wilde jagen. Snel opzij, ik hou niet zo van pletten. Maar op die andere baan was ook weer van alles mis: druk verkeer, auto’s die voorsorteren en natuurlijk ook automobilisten die -net als ik- die ambulancejager willen ontwijken. 

Kruispunt. Verkeerslichten. Groen. Alles rijdt door. Waar is die gek? O, daar. Dan maar vooruit. Oeps, daar is het al oranje. 

Spiegiater



“Schiet maar op, ik wil naar huis.” Ze zit nog maar half in de taxi, hijst zich verder naar binnen en rommelt met de gordel. “Schiet dan op.”
Ik schrijf haar gegevens op. “Naar huis? Maar u woont toch op zuid, toch niet in het bejaardenhuis?” “Schei maar uit. Een maand geleden kreeg ik een maagbloeding. Hals over kop naar het ziekenhuis, daar heb ik tot vorige week gelegen. Bleek ik ook nog uitgedroogd te zijn. Mijn gewicht was van 85 naar 53 kilo, alleen maar van die uitdrogingen. Kunde oe da vorstelle?”

Aders



"Chauffeur, ik heb me toch áááders! U wilt niet weten hoeveel en hoe erg. En ik heb die aders al heel lang, maar dat wist niemand. Ze hebben het pas ontdekt toen ik aan mijn hart geopereerd moest worden. Die chirurg kwam me naderhand vertellen dat hij geschrokken was. Zoveel aders had hij nog nooit gezien en ze moesten er toch al een hele tijd zitten, volgens hem. Tja, en vanwege die aders kan ik nou helemaal niks meer doen. Ik mag ook niks meer."

Heerlijk, zulke taxiklanten. Maar ik vraag me nou wel af of ik me ook niet eens goed na moet laten kijken. Volgens mij heb ik ook aders.
Aiaiai, als dat maar goed gaat.

september 2013

Vriend



“Hoe laat denkt u dat ik thuis ben?” Ik kijk op mijn tomtom en noem een tijd. “O fijn, dan hoop ik dat de thuiszorg vroeg is, dan kan ik nog in bad voordat mijn vriend op bezoek komt.”
Ze kijkt me ondeugend aan. “Ja, ik heb zojuist op de verjaardag van mijn nichtje ook gezegd ‘Jongens, tante Mien heeft een verrassing, tante Mien heeft een vriend!’ Nou, dat vonden ze al heel wat, maar toen ze het verhaal hoorden, sloeg iedereen achterover.”

Station Eindhoven



Centraal station Eindhoven (let wel, Eindhoven is de VIJFDE stad van het land!) is toch wel echt he-le-maal uit de tijd! 
Gisteren was ik er met mijn zoon en met mijn schoondochter die soms gebruik moet maken van een rolstoel. Gisteren dus ook.

Tijdens de treinreis naar Eindhoven hadden we nergens problemen, maar op het station ging het helemaal mis. Eerst liepen we naar de trap/roltrap. Helaas, de roltrap gaat alleen naar boven, naar beneden moet je met de gewone trap.

Routeplanning



“Chauffeur, u rijdt helemaal fout. U moet vanaf Arnhem de A50 naar Apeldoorn nemen en dan de A1 naar Enschede. En dan neemt u afslag Lochem en dan komt u vanzelf bij Ruurlo uit.”
“Mevrouw, ik rijd via Doetinchem, langs Varsseveld en zo binnendoor.”
"Dat kán helemaal niet. Weet u hoe vaak ik bij die mensen op bezoek ga? Héél vaak. En al die taxichauffeurs rijden altijd zoals ik het u vertelde. Binnendoor is gekkenwerk.

Ongeschikt



"Ik ga voorin zitten! O, kan dat niet? Waarom moet die mevrouw voorin? Een medische verklaring? Jaja, dat zal wel. Maar als ze uitstapt, ga ik meteen voorin hoor.

U moet hier draaien en dan aan de andere kant de straat uit. Wat doet u nu? Nou rijd u toch rechtdoor? Draaien en terug, draaien en terug. Ik zeg toch... o, laat maar, u bent al op de goede weg.

Jeugdliefde



“Voorzichtig met die doos, daar zit een tompouce in.” Terwijl ik de andere boodschappen in de bagageruimte leg, gaat de vrouw voorzichtig zitten, de doos met het gebakje balancerend in een hand.
“Die is voor mijn vriend”, giechelt ze als ik instap.

En dan komt het verhaal: over haar jeugd, toen ze als dienstmeisje in het Westland ging werken. Ze werkte in het huis van een grote fruitkweker. Een van zijn knechts… ”...dat was toch zo’n lieve jongen. Echt, ik was helemaal weg van hem, en hij van mij. We wilden trouwen, maar ja, toen kwamen de problemen. Want Jan was gereformeerd en ik was een katholiek meisje uit Brabant.

maandag 6 januari 2014

Pauze



Taxipauze thuis. Vlug vlug haast haast, ik wil veel te veel dingen doen in veel te korte tijd. Stap ik na de pauze in de auto en wat is mijn eerste ritopdracht? De buurman thuis ophalen. Over een drie kwartier, welteverstaan. 
Ik zit nu dus weer thuis, maar nu ontspannen met een bak koffie.

februari 2013

Oeteldonk



Of ik met carnaval met een aantal collega’s in Den Bosch wil rijden, ze zoeken nog chauffeurs voor een pendeldienst die vanaf het Casino de bezoekers van het seniorencarnaval naar huis willen brengen. Ja hoor, geen probleem. Ik vier zelf geen carnaval, ik heb een hekel aan hossen en aan leuk-doen-omdat-iedereen-dat-doet. Maar ik vind het wel leuk om weer eens te zien hoe anderen zich eraan te buiten gaan.

zondag 5 januari 2014

Triest



In de taxi hoor je veel. Op den duur leer je wel dat je niet alle ellende mee naar huis moet nemen, zoiets hou je nooit lang vol. Over het algemeen lukt me dat aardig, maar soms is het gewoon té erg. Zo bracht ik ooit enkele uit huis geplaatste jongeren van hun normale opvangadres naar de weekendopvang. Hun huisgenoten mochten dat weekend allemaal naar huis en voor vijf achterblijvers wilde de leiding de tent niet open houden.

Goede Vrijdag



Valys rijden is altijd leuk, zo kom je nog eens ergens. Voor wie Valys niet kent: het is een landelijk systeem, waarbij mensen die door ouderdom of beperking geen gebruik kunnen maken van het openbaar vervoer, 750 km per jaar met een deeltaxi door het hele land mogen reizen.

zaterdag 4 januari 2014

Afgekeurd



Het hele gezin wacht me al op aan de deur op. Twee kindjes? Op mijn ritopdracht staat er maar een. Ik heb ook maar één autostoeltje meegenomen in de taxibus. “O, mijn zus d’r gezin gaat ook mee, hun dochtertje is nog kleiner. Die mag wel in het stoeltje.” Nóg een kind? Volgens mijn ritopdracht moet ik vier volwassenen en één kind ophalen op twee adressen, ik ben benieuwd wat de volgende verrassing is.

Fwom Taioan



Ik kom net terug van Schiphol, deze keer om een Aziatische vrouw op te halen. Eentje met een extreem Chinees uiterlijk en dito naam. En ook met een extreem onduidelijke uitspraak, ondanks (of dankzij?) een slotjesbeugel. Tel daarbij dat ze zich steeds excuseert omdat ze zo slecht Engels spreekt. Tegen die achtergrond ontvouwt zich in de taxi de discussie over haar thuisland.

Blind (3)



Pinksteren en Moederdag op één dag, dat betekent topdrukte in de taxi. Ik krijg een combinatierit op: eerst in Rosmalen een ouder echtpaar ophalen dat naar Eindhoven wil, daarna staan er op een tweede adres in Rosmalen twee meisjes te wachten. Zij willen naar Geldrop.

Down



Zodra de taxi het parkeerterrein bij de supermarkt opdraait, staat Gert al naar me te zwaaien. “Stop, stop maar. Hier ben ik.” Hij stapt in.
“Hoi. Weet jij het verschil tussen een Pepsifles en een Coca Colafles?” Ik weet niet waar hij heen wil, dus ik zeg ‘nee’. “Kijk, daarom werk jij hier niet. Daar moet je verstand van hebben.”

Sprakeloos



"Dag chauffeur, u bent mooi op tijd. Ik hoef u natuurlijk niet te vertellen waar ik heen moet, dat kunt u mooi op uw schermpje zien. Wat een techniek toch allemaal, he? 
Zo, ik zit. Is het goed als ik het raampje even open doe? Dan kan ik zwaaien naar mijn broer, daar op de vierde verdieping. 't Is zo'n stakker.

Blaren


Er is deze avond weinig te doen, dus ik besluit met de taxi bij het station te gaan staan, soms levert dat nog een ritje op. Ik sta nog niet stil bij de taxistandplaats, of er komt al een woedende vrouw op me af. "Hoe haal je het in je hoofd. Hier moeten permanent taxi's staan! Ik wacht nou al tien minuten zonder dat er een taxi voorbijkomt. Nou ben ik te laat op mijn werk en dat is jullie schuld!"

B-ossenaren



Voor de zoveelste keer 's nachts naar Schiphol. Ik ben nog maar net Oss uit, of ik word al gebeld: "Rij maar eerst naar Den Bosch om iemand op te pikken die eigenlijk met loeiende sirenes naar 't Erasmus in Rotterdam moet." "Hoezo? Rijden er dan geen ambulances om twee uur 's nachts?" "Nee, deze man hoeft niet in een ambulance maar wel met vliegende vaart."

Alarmbellen



Carnavalsdinsdag, half vier ‘s ochtends. Voor het zalencentrum staat een rij taxi’s gereed om de laatste klanten naar huis te brengen. Ik sta achter in de rij.
Opeens valt hij me op: een jongen van midden twintig, bijna twee meter lang, kaal en met een ruitjeshemd en lederhose. Hij staat apart, observeert nauwkeurig elke taxi en elke chauffeur. Zijn blik blijft op mij hangen. Nou maar net doen of ik niks zie.

Bob



“Of ik de bob van de bob wil zijn? Ik vat ‘m niet.”
“Nou gewoon. Of eigenlijk is het niet gewoon, maar er zit nu een man uit ’t Gooi bij de businessclub. Hij is vanmorgen met zijn eigen auto gekomen, maar hij wil vanavond een chauffeur inhuren zodat hij zelf nog wat kan drinken. Hij denkt om elf uur te vertrekken, dan wordt het voor die chauffeur te laat om met de trein terug naar hier te komen. Meneer vraagt dus een extra taxi die zijn chauffeur weer naar huis kan brengen.”

vrijdag 3 januari 2014

Wisselgeld


“Ik durf het bijna niet te vragen, maar zou jij nog één ritje willen doen? Vier personen vanaf twee adressen in Oss naar het ziekenhuis in Den Bosch brengen.”
De afgelopen zes uur heb ik met mijn taxibus half Nederland doorkruist om overal mensen op te halen en die naar Schiphol te brengen. Door alle sneeuw en gladheid voelt het alsof het twee keer zo lang duurde. Het is nu zeven uur in de ochtend en eigenlijk wil ik naar bed. De centralist klinkt smekend. Terwijl ik besluit dat ik nu echt assertief ga doen en dat het tijd is om naar huis te gaan, hoor ik mezelf zwak “OK” zeggen. 

Twee koppen koffie en een rustpauze later sta ik bij het eerste adres voor de deur: een oudere mevrouw met rollator en haar zoon die haar begeleidt. Vriendelijke bescheiden mensen met een aardig gesprek.
Wat later stoppen we voor het volgende huis: deze mevrouw neemt haar dochter mee. Geen rollator deze keer.

De twee nieuwkomers pakken direct het gesprek op. In fel Ossisch willen ze van alles van me weten. Hoe ik heet en of ik er ene ben van die en die Van Boxtel. En of ik ‘ons moeder’ wel eens naar de soos heb gebracht. En of ik ook nog andere ritten rij dan alleen naar het ziekenhuis. Ach, het zijn geen verkeerde vragen en de dames bedoelen het goed. Ik heb er geen probleem mee om wat oppervlakkigheden te vertellen, zoals dat ik vannacht naar Schipholrit ben geweest.
Mijn eerste passagiers zitten achter in de bus. Door het verbale geweld van de andere twee, krijgen ze de kans niet om iets te zeggen, dus ze doen er het zwijgen maar toe.

Aangekomen bij het ziekenhuis stappen moeder en dochter als eerste uit. “Goade gij mar vast noar binne, dan reken ik wel af”, zegt de dochter terwijl ze haar beurs trekt. Ze moet elf euro negentig afrekenen en geeft me zes munten van twee terwijl ze haar hand op blijft houden voor het wisselgeld. “Joa, da mins kost mèn al veuls te veul”, vergoelijkt ze. Ik geef haar een duppie terug: “Alstublieft mevrouw.”
Terwijl de dochter haar beurs omslachtig wegstopt, noem ik het bedrag aan de andere passagiers: “Dertien euro tachtig alstublieft.” “Laat maar zitten”, zegt de zoon terwijl hij me vijftien euro geeft. “Goede reis naar huis en welterusten voor dadelijk.”
De dochter merkt het niet eens.

september 2007




Blind (2)



Ik ben nog steeds onder de indruk van het verhaal dat ik gisteren van een blinde theaterbezoekster hoorde, als er weer een blinde mevrouw bij me instapt. Ze is een stuk ouder dan de vrouw van gisteren, ik schat haar tweede helft zeventig. Deze vrouw heeft ook een hond bij zich, eerlijk gezegd is dat het eerste waaraan ik haar handicap ontdek. Voor het overige loopt ze zo zelfverzekerd het appartementencomplex uit, dat haar blindheid niet eens opvalt.

Blind (1)



Eerste Paasdag en mijn hemel wat is het druk. Ik loop al ruim uit op het ophaalschema. Als de tomtom me dan in de Bossche binnenstad ook nog eens met de bus door straatjes leidt waar een gewone auto maar ternauwernood door kan, gaat het helemaal mis.

donderdag 2 januari 2014

Ontzetting



Half tien ’s avonds, ik rijd mijn taxi over de stikdonkere weg, tot vlak voor de slagboom van het asielzoekerscentrum. Mijn passagiere op de achterbank heeft haar huilende dochtertje uit het autostoeltje gepakt. Het kindje slaapt nu net, in mama’s armen. “Blijft u maar even zitten, dan ga ik wel melden dat u er bent”, fluister ik tegen mijn passagiere.

Uitzetting



“Nee hoor, voorlopig hoef ik het land niet uit.” De grauwsluier in mijn hoofd is op slag verdwenen. “Gelukkig”, antwoord ik iets te snel.
Twee uur eerder werd ik gebeld. Of ik op last van de dienst Terugkeer van de IND met spoed een hoogzwangere asielzoekster van uitzetcentrum Vught naar Dokkum wilde brengen? Het is hondenweer, het vriest 12 graden en in het noorden van het land geldt een weerwaarschuwing vanwege een sneeuwstorm.

Taxibuffer



Zaterdagmorgen half vijf, mijn eerste taxirit voor de algemene taxicentrale en ik mag al meteen met een dikke Mercedes naar Schiphol. Da’s wel wat anders dan die busjes met schoolkinderen die ik de afgelopen maanden vervoerde.

woensdag 1 januari 2014

Taxichauffeur, biechtvader van de 21e eeuw?

Gesprekken in de taxi tarten alles wat ik ooit heb geleerd over gesprekken voeren. Als maatschappelijk werkende of als journalist kostte het mij soms veel moeite om mensen aan het praten te krijgen, als taxichauffeur overkomt het me gewoon. Hoe komt dat?