donderdag 2 januari 2014

Taxibuffer



Zaterdagmorgen half vijf, mijn eerste taxirit voor de algemene taxicentrale en ik mag al meteen met een dikke Mercedes naar Schiphol. Da’s wel wat anders dan die busjes met schoolkinderen die ik de afgelopen maanden vervoerde.

Onderweg gaat al mijn aandacht naar de cruise control en de ruitenwissers waarvan ik de knop niet kan vinden. Ai! Opeens zie ik een felle flits in mijn spiegels. Shit, geflitst. Nog geen cent verdiend en ik ben het geld nu al kwijt. Begint goed zo.
Door de harder wordende regen zie ik steeds minder, tegelijkertijd word ik steeds onzekerder.

Mis ik de afslag niet? Waar moet ik nou precies zijn? Hoe zet ik die cruise control nou af? Staan er nog meer flitspalen? Ga ik op die natte weg niet gevaarlijk hard door de bocht? Die @#$%^& ruitenwissers doen niet wat ik wil.

Tegen de tijd dat ik bij op de A9 afslag 6 neem, ben ik verworden tot een stuntelende wegpiraat.  

Voorsorteren, o nee, toch niet. Rechtdoor hadden ze gezegd, tot ik McDonalds zie. Waarom zit er geen navigatie in deze auto? 

De weg gaat over de A4, voor me ligt Badhoevedorp.

Te ver. Keren. Waar? Motor slaat af. Geen paniek. Ik zie niks met die slagregen. Het is stikdonker. Terug. Waar is nou McDonalds? Wacht, langparkeren, daar hadden ze het ook over.

Een Amsterdams taxibusje haalt me luid toeterend in. Chauffeur steekt zijn vinger op. Hufter. Zal hij ook wel over mij denken.
Ik ben niet de enige die stuntelt op het Schipholterrein, aan de andere kant van de middenberm houdt de politie een spookrijder aan. Het was me niet eens opgevallen, er zijn hier zoveel wegen, invoegstroken, uitvoegstroken, voorsorteervakken, middenbermen en ander ongerief, dat ik even goed ongemerkt zou kunnen spookrijden. En op deze tijd zijn er nauwelijks andere auto’s waaraan je een voorbeeld kunt nemen.
Ik duik de tunnel in, richting aankomst- en vertrekhal. Dit gaat he-le-maal fout, ik moet hier juist NIET zijn. Ergens in the middle of nowhere, daar staat de buffer - het hok waarin chauffeurs van bestelde taxiritten kunnen wachten tot ze aan de beurt zijn. Het is nu precies 5.45 uur en op dit moment had ik mij daar moeten melden. Maar waar is het?

Het liefst wil ik rechtsomkeert naar huis, de taxi inleveren en een andere baan zoeken. Dat kan natuurlijk niet, maar een potje janken kan wel en daar zit ik nu toch wel heel dicht tegenaan. Als laatste mogelijkheid bel ik de taxicentrale. Wat een afgang, eerste rit en al meteen bak ik er niks van. En ik was vooraf nog wel prat gegaan op mijn uitstekende oriëntatievermogen. Nu ga ik niet prat maar plat, plat op mijn bek.
Peter -ken ik die? Nee, volgens mij niet-  neemt op. Geen probleem, om deze tijd heeft hij toch nauwelijks oproepen. Hij wil mij er wel heen loodsen.
“Nu steeds rechtdoor, rechts van je zie je gras en daarachter een busbaan. Geef maar aan wanneer je een felverlicht bushok ziet.” Stap voor stap gaan we verder. Voor de zekerheid loodst Peter me ook meteen even langs de Mac, waar we eigenlijk al niet meer hoeven te komen. Als ik er voor sta, snap ik het probleem. Alles is donker, zelfs de M op de paal. Dichte struiken maken een groot deel van het gebouwtje vanaf de weg onzichtbaar. “Ik zei al tegen degene die jou de route gaf dat je ’s nachts de Mac niet kunt zien. Maar nu zul je hem nooit meer vergeten.”
Peter loodst me verder, met vaste stem. Ik hannes intussen met mijn telefoon tussen oor en schouder geklemd, want natuurlijk valt de bluetooth van mijn headset steeds uit. Murphy’s law. In al mijn ellende klinkt die rustige stem in mijn oor als een mantra. “Het komt goed, we komen er wel.”
Verschillende struikelblokken volgen, maar de stem heeft gelijk. Even later zit ik in de buffer aan de koffie. Voor Peter moeten ze een standbeeld oprichten.

2 december 2006



NB: Ik ben trouwens niet geflitst, die lichtflits moet iets heel anders geweest zijn. Toen ik deze rit maakte, wist ik nog niet dat moderne flitspalen geen flits meer geven. 



1 opmerking:

  1. Parkeren bij schiphol is een uitdaging hemzelf. Normaal gesproken ging ik met de trein erheen. Nu dat ik de weg weet parkeer ik de auto dichtbij in de buurt.

    BeantwoordenVerwijderen