vrijdag 10 januari 2014

Nier




Ik ben de hele dag al blij, blij voor een taxiklant van me. En nu ben ik intussen al weer enkele uren thuis en ik voel me nog steeds blij, blij voor meneer C.

Drie keer per week is het vast prik, dan halen mijn collega’s of ik eerst mevrouw M op en daarna twee straten verder meneer C. Altijd gaan ze samen naar de dialyse en altijd gaan ze ook weer samen naar huis.
Vandaag zou ik mevrouw M naar huis brengen, maar waar was meneer C nou? Hij stond ook niet bij mijn opdrachten. “Waarom rijdt C eigenlijk niet mee?” vroeg ik, toen we bij het ziekenhuis wegreden. “Die wordt niet meer gedialyseerd.”
Van schrik reed ik bijna door rood. “Niet meer gedialyseerd? Maar dan…, maar dan gaat hij toch dood?” Zo’n jonge vent, 29 jaar en hartstikke vitaal, op zijn nieren na dan. Elke keer als ik hoorde dat een patiënt niet langer gedialyseerd werd, was dat omdat hij of zij zo ziek was dat er geen perspectief meer was. Dan is stoppen met dialyse een betrekkelijk snelle en eenvoudige manier om het leven te beëindigen. Maar C was daar toch nog niet aan toe?

Mevrouw M ziet mijn verwarring en kijkt me glunderend aan. “Hij heeft een nieuwe nier. Vorige week vrijdag kreeg C ’s nachts om twee uur een telefoontje dat hij direct naar het ziekenhuis moest komen, ze hadden een geschikte nier voor hem. En nou hoeft hij niet meer naar de dialyse. Ik ben toch zó blij voor hem. Zeven jaar wachten en dan komt zo’n telefoontje. Daar reken je dan niet meer op.” Zelf zou ze ook wel een niertransplantatie willen. Ze wacht zelfs al langer dan meneer C. “Maar het is gewoon geluk hebben of het match of niet. Ik heb dat geluk nog niet gehad, maar ik bid elke dag dat het ooit goed zal komen.”

De hele weg naar huis zijn we samen blij. Blij voor meneer C. 
Gek eigenlijk, ik ken die man nauwelijks, maar door zo'n positieve gebeurtenis in zijn leven kleurt hij mijn hele dag.

10 januari 2014

Geen opmerkingen:

Een reactie posten