zaterdag 4 januari 2014

Down



Zodra de taxi het parkeerterrein bij de supermarkt opdraait, staat Gert al naar me te zwaaien. “Stop, stop maar. Hier ben ik.” Hij stapt in.
“Hoi. Weet jij het verschil tussen een Pepsifles en een Coca Colafles?” Ik weet niet waar hij heen wil, dus ik zeg ‘nee’. “Kijk, daarom werk jij hier niet. Daar moet je verstand van hebben.”
Gert sorteert bij deze supermarkt al meer dan dertien jaar de lege flessen. Soms mag hij mee vakken vullen, dan is hij de koning te rijk. Gert werkt hard en goed, hij heeft een groot plichtsbesef. Altijd aanwezig, altijd vrolijk, altijd in voor een grapje. Ondanks dat hij zelf een dorp verder woont, kent iedereen hem hier. Zelfs de mensen die bijna nooit in ‘zijn’ supermarkt de boodschappen doen. Gert valt ook een beetje op, met zijn grote hoofd, zijn spleetogen, zijn dikke tong en de korte armen en benen. Hij trekt er zich niets van aan.
“Hee eh, ik ga trouwen”, vertelt Gert ineens. Hij zegt dit wel vaker, hoewel ik het al een tijdje niet meer van hem heb gehoord. “O ja? Met wie?” “Jaha, dat zeg ik lekker niet. Dan verklap jij het. Maar we hebben al heel lang verkering. Al wel honderd jaar. Of zoiets. En zij is de allermooiste. Echt waar. Als wij trouwen geven we een heel groot feest. Zo groot als carnaval. Nee. Nog groter. In de supermarkt, daar kan iedereen in. En jij komt ook.”
“Zo Gert, dat is fijn. Wat voor cadeautje zal ik meebrengen?” Hij weet het niet, hij wil er nog even over nadenken. “Dat vraag ik aan mijn vriendin”, zegt hij ineens. “O nee, wacht. Ik moet haar eerst vragen of ze met mij wil trouwen. En dan pas de cadeautjes. Ja toch? Komt allemaal goed. Morgen weet ik het.”
We zijn er. Gert stapt fluitend uit.
Downsyndroom. Hoezo down? Ik heb zelden zo’n blij mens meegemaakt.

(Voor de duidelijkheid: Gert heet helemaal geen Gert. Maar de rest van het verhaal klopt wel. )
april 2008



Geen opmerkingen:

Een reactie posten