dinsdag 7 januari 2014

Zeuren



Soms maak je in de taxi dingen mee waar je nederig van wordt. Dingen, waardoor je je haast gaat schamen voor jouw eigen gezeur, gemekker en gedoe. Dingen, waardoor je jezelf voorneemt om maar eens even je mond te houden, de volgende keer dat ‘het leven’ iets anders wil dan jij.

Vandaag haalde ik een moeder op die met haar zoontje van een jaar of  acht, negen misschien, naar een feestje wilde. Niks bijzonders, zou je zeggen. Maar wel als je weet dat moeder volledig verlamd in een stoel ligt. Ze heeft een locked-in-syndroom, het enige dat ze nog kan is horen en recht vooruit kijken of omhoog kijken. Ze ligt aan de beademing, ze krijgt sondevoeding en ze is volledig afhankelijk van een begeleidster die alles controleert, verzorgt, regelmatig met een ballon-met-zo'n-zuigding het overtollige slijm afzuigt en verder alles regelt.


Daar stond ik dus voor de deur, met een uitstekende rolstoelauto. Uitstekend voor normale rolstoelen, maar de rolstoel van deze mevrouw was zó groot, dat niet de bus, maar de stoel uitstekend werd. Met de nadruk op uit-.
Dan maar bellen voor een grotere bus.  Zowel de begeleidster als de zoon vonden dat geen optie. Tegen de tijd dat die bus er zou zijn, was het zó laat, dat het geen zin meer had om te gaan. “Dan zeg ik alles wel af, zoek het maar uit,” mopperde de begeleidster, waarop de moeder van het jongetje met haar ogen ging knipperen. “A B C D”, begon de begeleidster. Bij de G sloeg moeder haar ogen omhoog, A, A en N volgden.
Het kostte heel wat werk om de auto aan te passen, maar uiteindelijk konden we vertrekken: met de rugleuning van de achterbank gedeeltelijk platgeklapt, de benen van mevrouw ver omhoog gesjord zodat ze op die leuning konden liggen, alle apparatuur weggepropt op plaatsen die daar eigenlijk niet voor geschikt waren en de begeleidster achterstevoren op een stoel om in noodgevallen in te kunnen grijpen. Het zoontje zat naast mij, steeds omkijkend of alles wel goed ging want hij maakte zich razend ongerust over het welzijn van zijn moeder.

En zo kwamen we toch nog op het feestje.
Vervolgens schaam ik me diep voor al die keren in mijn leven dat ik geen zin, geen tijd of andere smoesjes had om niet klaar te staan voor een ander. Als iemand met deze beperkingen het nog op kan brengen om haar zoontje een leuke zondagmiddag te bezorgen, waar durf ik dan nog om te zeuren?

Laten we dit afspreken: de volgende keer dat ik weer eens verwend loop te zeuren, help me dan even herinneren aan deze mevrouw.

september 2013

Geen opmerkingen:

Een reactie posten