dinsdag 7 januari 2014

Jeugdliefde



“Voorzichtig met die doos, daar zit een tompouce in.” Terwijl ik de andere boodschappen in de bagageruimte leg, gaat de vrouw voorzichtig zitten, de doos met het gebakje balancerend in een hand.
“Die is voor mijn vriend”, giechelt ze als ik instap.

En dan komt het verhaal: over haar jeugd, toen ze als dienstmeisje in het Westland ging werken. Ze werkte in het huis van een grote fruitkweker. Een van zijn knechts… ”...dat was toch zo’n lieve jongen. Echt, ik was helemaal weg van hem, en hij van mij. We wilden trouwen, maar ja, toen kwamen de problemen. Want Jan was gereformeerd en ik was een katholiek meisje uit Brabant.
Wie hoefden echt niet aan trouwen te denken. Toen Jan’s vader hoorde dat zijn zoon kennis had aan een katholiek meisje, heeft hij er meteen een stokje voor gestoken. Wij mochten op geen enkele manier meer contact hebben, dus Jan werd bij dat bedrijf weggehaald en moest ergens anders gaan werken. Ik ben er ook niet lang meer gebleven, ik ben weer bij mijn ouders gaan wonen want mijn moeder was in die tijd erg ziekelijk. Nadat zij was overleden, heb ik Bertus leren kennen. We zijn getrouwd, we kregen drie kinderen en we waren op onze manier best gelukkig. Bertus was een lieve man, een goede man ook, maar ik heb nooit zoveel van hem gehouden als van Jan.”

Ze zwijgt, kijkt in gedachten naar buiten. Terwijl ik met het oog op het kwetsbare gebakje voorzichtig een verkeersdrempel neem, vraag ik me af wat Jan en Bertus nou met dat gebakje te maken hebben.
Opeens kijkt ze me aan en gaat verder: “Acht jaar geleden overleed Bertus vrij plotseling. Een akelige tijd, ik had er veel verdriet van, want uiteindelijk heb ik toch het grootste deel van mijn leven met hem gedeeld. Maar na verloop van tijd krijgt zo’n verdriet een plaatsje en dan krijg je ook weer oog voor andere dingen. En toen ging ik me dus afvragen wat er van Jan geworden was.” Ze stopt, kijkt me verwachtingsvol aan. Okay, ik wil wel toehappen.

“En?” vraag ik. “Via-via vond ik op internet de broer van Jan. Ik had die broer ooit één keer ontmoet. Die jongen -want toen was het nog echt een jongen- had een heel aparte voornaam. Die naam kwam in hun familie veel vaker voor en dat in combinatie met een ook niet zo gebruikelijke achternaam, maakte het redelijk gemakkelijk om hem te vinden. Er waren op internet drie mannen met die naamcombinatie, qua leeftijd kon er maar één de broer van Jan zijn. Die heb ik toen gemaild.”
“En toen?” Nou word ik toch wel nieuwsgierig.

“Het was inderdaad de goede. Die broer vertelde me dat Jan nooit getrouwd was. Als mensen erom vroegen, zei Jan altijd dat hij maar één keer in zijn leven zoveel van iemand kon houden. Na mij wilde hij niemand meer. Ik vond dat zo ontroerend, ik was er helemaal kapot van. Via die broer heb ik toen weer contact gezocht met Jan en sindsdien zijn we samen. En nu is het echt voorgoed. Nee, we zijn niet getrouwd, dat is tegenwoordig niet meer belangrijk. Net als dat geloof, dat interesseert ook niemand meer echt. Het is voldoende dat we van elkaar houden. Maar we wonen niet samen, daarvoor zijn we nu te oud.”

Ik wil tegenwerpen dat niemand daarvoor te oud hoeft te zijn, maar ze is me voor. “We hebben er een hele leven over gedaan om ieder voor zich onze eigenaardigheden te ontwikkelen. We zijn nu allebei in de tachtig, als we dat nu nog aan elkaar aan moeten passen, moeten we allebei teveel op onze tenen lopen. Regelmatig zoeken we elkaar een weekendje op, dan bij mij, dan bij hem. En met Kerst en in de zomervakantie zijn we twee weken samen, da’s toch genoeg?”

Inmiddels zijn we bij haar huis aangekomen. Ik help haar uit de auto en zet de tassen met boodschappen bij de voordeur. Als laatste geef ik haar het doosje met de tompouce. “Vanmiddag komt Jan, dit gebakje is voor hem. Ach je weet het, de liefde van de man….”

juni 2013

3 opmerkingen:

  1. Prachtig! *pinkt even een traantje weg*

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Het lijkt dus uit een zwijmelfilm te komen, maar het is dus NIET verzonnen, Alleen de naam van Jan, die heb ik zelf toegevoegd om het verhaal prettiger leesbaar te maken. Die mevrouw noemde zelf geen naam.

      Verwijderen
  2. Dit soort verhalen doen me smelten van binnen. Prachtig!! Ware liefde kan dus echt bestaan! :-)

    BeantwoordenVerwijderen