zaterdag 4 januari 2014

B-ossenaren



Voor de zoveelste keer 's nachts naar Schiphol. Ik ben nog maar net Oss uit, of ik word al gebeld: "Rij maar eerst naar Den Bosch om iemand op te pikken die eigenlijk met loeiende sirenes naar 't Erasmus in Rotterdam moet." "Hoezo? Rijden er dan geen ambulances om twee uur 's nachts?" "Nee, deze man hoeft niet in een ambulance maar wel met vliegende vaart."
Het blijkt dat mijn passagier een transplantatiepatiënt is. Blijkbaar is er deze avond iemand verongelukt die hetzelfde type weefsel heeft als die meneer uit Den Bosch. En nu mag deze Bosschenaar de lever van die persoon hebben.
"En mijn Schipholklanten dan?" "Ach, die wachten maar. Het zijn STT-klanten (=Schiphol Travel Taxi, een dochteronderneming van Connexxion). Als het nodig is, stuurt Connexxion er wel een andere taxi op af."

In Den Bosch doet een bloednerveuze man de deur open. "Ja, ik word ook net wakker gebeld. We wachten nu eerst nog op mijn zus, die is onderweg." Zijn koffertje staat al maanden klaar voor dit moment, maar nu het zo ver is, moet alles er nog eens uit en er weer in. Wanneer de zus arriveert, herhaalt hij dat nogmaals. Zuslief wil eerst koffie en een sigaret, o nee, liever twee. Maar dan -eindelijk- kunnen we weg.

Onderweg vertelt de man voor de zoveelste keer aan zijn zus wat er moet gebeuren als hij zou overlijden. Want een transplantatie is niet niks. Er komt een hoop ellende, spanning, maar ook hoop, langs in zijn verhaal. Ook ik hoop. Ik hoop dat hij erdoor komt. Hij is ook nog zo jong, begin vijftig.

In Rotterdam drop ik het stel ergens in de parkeerkelders onder het ziekenhuis en ga gauw verder, richting Schiphol. De kans is groot dat op datzelfde moment mijn passagiers zich melden bij de STA balie (=Schiphol Transfer Assistance), geen gek idee dus om STA te bellen en te melden dat het nog zeker drie kwartier duurt voordat ik er ben.

Eenmaal op Schiphol rij ik meteen door, richting STA. Daar tref ik vijf heel boze Bosschenaren. Hoe haal ik het in mijn hoofd om niet klaar te staan als zij aankomen? Niks mee te maken dat er iemand met vliegende haast naar het ziekenhuis moet. Zo'n vent moet maar een ambulance bestellen, daar hebben zij verder geen boodschap aan. Wanneer blijkt dat ik in mijn busje ook nog twee mensen mee moet nemen naar Gorinchem, breekt de hel los. Ik moet het niet in mijn hoofd halen om eerst over Gorinchem te rijden. Nee: ze willen dat ik éérst naar Den Bosch rij, dan naar Gorinchem en van daar naar Oss, mijn thuisbasis.

Ik mompel iets onverstaanbaars. Wanneer we bij knooppunt Everdingen de A27 oprijden, slaapt iedereen. Als we bijna bij Gorinchem zijn, wordt de eerste Bosschenaar wakker, meteen daarna is de hele bus in rep en roer. Wat kunnen die Bosschenaren tekeer gaan zeg. Jammer, maar IK bepaal de route. En als u klachten heeft, dient u ze maar mooi in bij mijn baas. Hier is het adres. En noem er mijn naam ook maar bij.

Ik ben blij als de bus weer leeg is. Zelfs de radio blijft uit wanneer ik naar Oss rijd: eindelijk rust. Eindelijk tijd om die grote bekken nog eens één voor één voor mijn geestesoog te halen.

Wim Dijkstra, de voormalige burgemeester van Oss, zei ooit: "Je hebt A-Ossenaren, die wonen in Oss. En je hebt B-Ossenaren en dat zijn Bosschenaren."
Ik denk toch dat hij gelijk heeft. Wat een volk zeg.

maart 2008

Geen opmerkingen:

Een reactie posten