dinsdag 7 januari 2014

Spiegiater



“Schiet maar op, ik wil naar huis.” Ze zit nog maar half in de taxi, hijst zich verder naar binnen en rommelt met de gordel. “Schiet dan op.”
Ik schrijf haar gegevens op. “Naar huis? Maar u woont toch op zuid, toch niet in het bejaardenhuis?” “Schei maar uit. Een maand geleden kreeg ik een maagbloeding. Hals over kop naar het ziekenhuis, daar heb ik tot vorige week gelegen. Bleek ik ook nog uitgedroogd te zijn. Mijn gewicht was van 85 naar 53 kilo, alleen maar van die uitdrogingen. Kunde oe da vorstelle?”

“Zo!” Uit ervaring weet ik dat ik niet meer hoef te zeggen.
“Ik ging het ziekenhuis in en toen hebben die jongens van mij stiekem alles geregeld. Ik mocht  vorige week weer naar huis en toen reed de taxi regelrecht naar het bejaardenhuis. Ik zei nog tegen de chauffeur dat-ie verkeerd zat, maar nee, dat adres had ie opgekregen. Van mijn huis hadden de jongens intussen de huur opgezegd en de hele inboedel hadden ze weggegooid. Mijn mooie ledikant, daar waren die jongens nog in geboren. Dat hebben ze zo naar de stort gebracht. En al mijn spulletjes, zo weg. Ze zeiden dat het wel moest, want ik was er helemaal vanaf, maar daar geloof ik niks van. Ze hebben het gewoon achter mijn rug om gedaan. En daar ben ik toch zó kwaad over. Ja, het bejaardenhuis is niet verkeerd en ik had daar ook wel heen gewild als ik wat ouder was, maar om het allemaal achter mijn rug te doen is zó gemeen.”
“Tja, ik zou er ook van schrikken.”
“Ja, echt. Alles weg. En weet je wat ze ook zeggen? Dat ik van alles mankeer. Sommige dingen heb ik ook wel hoor, maar het valt nog mee. Die uitdrogingen heb ik, en dan heb ik het verder ook nog aan mijn hart. En ik heb suiker, hoge bloeddruk, migraine en ik heb ook kanker gehad. Toen ben ik een borst kwijtgeraakt. Hier, kijk maar.” Ze begint haar blouse los te knopen.
“Nou mevrouw, ik geloof het wel. En ik kan toch niet kijken als ik op het verkeer moet letten, dus laat maar.”
“Nee, echt. Ik wil da ge kèkt. Anders geleufde gè mèn nie.”
De knoopjes zijn al open en het begin van een litteken wordt zichtbaar.
“O ja, ik zie het”, haast ik te zeggen.
“En dat is nog niet alles. Nou zeggen ze ook dat ik eh… hoe heet dat ook alweer heb? Zeg eens, hoe heet dat als je oud wordt?”
“Dementie?”
“Ja, precies. En daarvoor moet ik nou naar de spiegiater want die wil kijken of ik echt dement ben. Mar da geleufde gij toch nie, he?”

september 2013

Geen opmerkingen:

Een reactie posten