vrijdag 11 september 2015

Pantalon



Sinds hij erg oud en een beetje dementerend is, heeft meneer Engelbert het misschien nog wel drukker dan toen hij net met pensioen ging. "Weet u chauffeur, vanmorgen moest ik eerst wachten op de thuiszorg. Toen ik eenmaal gewassen en aangekleed was moest ik met het busje mee naar de dagopvang, zodat mijn vrouw even de handen vrij heeft, begrijpt u? Vervolgens heb ik gepuzzeld en gewandeld en gekaart en geluncht en nu bent u er weer om me met de taxi naar de tekenles te brengen. Niet dat ik daar veel van terechtbreng, van dat tekenen, maar het is daar zo gezellig. En die kunstenares die ons les geeft, weet toch nog veel meer uit me te halen dan dat ik voor mogelijk hield."
Zo keuvelt meneer Engelbert maar verder. 

Meneer Engelbert is anders dan de meeste bejaarde heren die ik met de regiotaxi rondrijd. Hij spreekt heel mooi en goed gearticuleerd ABN, aan zijn woordkeus merk je dat dit geen man van de straat is. Dat zie je ook aan zijn uiterlijk, hij steekt altijd keurig in het pak en ziet er heel verzorgd uit. Qua uiterlijk doet hij me denken aan de vader uit de bekende strip Vader & Zoon, van Peter van Straaten. Alleen is het gezicht van meneer Engelbert een en al vriendelijkheid, in tegenstelling tot dat van die ouwe mopperkont uit de strip. 

Waar de meeste dementerende ouderen de eigen bijdrage van de deeltaxi op rekening betalen, houdt meneer Engelbert de eer aan zichzelf. Zolang hij nog met geld om kan gaan, zal hij dat laten zien ook. Maar waar zit die vervelende portemonnee nou toch? Al zijn zakken tast hij af, hij kan het ding niet vinden. "Ik weet het toch zeker..." mompelt hij. "Mijn vrouw had die beurs ergens in mijn zak gedaan." 
Het duurt me te lang, ik ga rijden. "Zoekt u rustig verder, dan reken ik dadelijk wel af", opper ik.
Halverwege de rit klinkt het eureka: Engelbert heeft zijn beurs gevonden! Hij koestert het ding in zijn handen, terwijl ik hem naar zijn bestemming breng. 


Bij de tekenles aangekomen geeft Engelbert mij het geld, daarna stap ik uit om hem uit de auto te helpen. "Zo meneer, als u hier even wacht, pak ik uw tas met tekenspullen uit de auto en dan lopen we samen naar binnen." Ik draai me om, om de tas te pakken, kijk weer naar Engelbert en zie daar een man in een enorme luier, met zijn broek op zijn enkels. Hij staat er bijna bij te huilen. "Ik denk dat ik bij het zoeken mijn bretels heb losgemaakt. En ik kan niet bukken om mijn pantalon op te trekken."

En och, ik kan die man moeilijk in zijn reuzenluier zo op straat laten staan. Met de broek om de enkels kan ik hem al helemaal niet naar binnen brengen, want hij kan geen stap verzetten. Dus pak ik de broek op, hijs hem omhoog, voer de banden van de bretels weer over de schouder (onder het overhemd nog wel!) en zet de clips weer vast op de band terwijl ik hem ondertussen vertel dat dit helemaal geen probleem is. "Nee hoor meneer, het is echt niet gek dat ik u hier op straat uw pantalon aandoe. Het zou pas gek zijn als ik u hier in uw blootje liet staan." Hij lacht er een beetje schaapachtig bij, maar ik betwijfel het of hij mij gelooft.

Taxichauffeur, het blijft een bijzonder beroep. 

1 opmerking: