zondag 13 april 2014

Weglopen



Hij is 13, woont in een gezinshuis met nog meer kinderen met psychosociale problemen en mag in de weekends naar zijn vader. Op zondagmiddag gaat hij met de taxi weer terug naar de instelling. 

"Morgen heb ik vrij want de juf is jarig. En ze hebben geen vervangers, die durven niet."
"O nee? waarom niet?"
"Omdat ze mij niet aankunnen. Iedereen is bang van mij. Want als ze mij uitdagen, dan kan ik mezelf niet meer inhouden en dan mep ik ze allemaal dood."

"Nou, niet helemaal dood, denk ik. Want dan zat jij nu niet in de taxi maar in de jeugdgevangenis. Of zoiets."
"Nee, da's waar. Niet helemaal dood. Maar wel bijna. Ze moeten niet gek doen met mij, want dan ga ik door het lint."
"Jij? En je lijkt mij zo'n aardige jongen. Waarom zou iemand gek willen doen met jou?"
"Nou gewoon, daarom. Dan wil ik iets en dat mag ik niet en dan dagen ze me uit. En dan ga ik los. Dan kan niemand me meer tegenhouden."


We rijden verder en maken grapjes. Over hoe sterk hij is.
"Hier, voel maar." Ik knijp eens in zijn biceps en schrik ervan hoe hard en hoe groot die is. Dan grappen we verder: of twee mensen hem wel tegen kunnen houden. Of vijf. En moeten dat dan heel grote sterke kerels zijn? Of gewone mensen, is dat ook genoeg? En zijn er ook andere manieren om te stoppen?
"Ja, mij gewoon mijn zin geven. Niet gek doen als ik mijn gang ga."
"En wat noem jij dan jouw gang gaan? Wat doe je dan, geef eens een voorbeeld."

"Nou, als ik niet naar school wil, dan ga ik niet naar school. Of als ik iets niet wil doen, dan doe ik dat niet."

En weer verzandt het gesprek in grapjes. Hoe we er toe komen weet ik niet, maar op een bepaald moment hebben we het over vieze dingen, van broodjes poep tot een gymschoen vol diarree. Ik draag weinig aan, ik grap en grol een beetje mee en die jongen komt met steeds gekkere dingen. Als we op het zorgpark bijna bij zijn afdeling zijn, zegt hij opeens:
"Ik ga een grapje uithalen met de leiding."
"O ja, wat dan?"
"Ik doe net of ik er niet ben. Dan bellen we aan en jij blijft bij de deur staan en ik loop hard weg. Dan doet de leiding open en dan zeg jij '1 april', of nee, dat is het al lang geweest. Dan zeg je gewoon dat ik ben weggelopen en dan schrikt iedereen heel erg."


Ik heb hem door, de stiekemerd. Want hij presenteert het nu als een kiekeboespelletje, maar in de ritopdracht had ik al gelezen dat deze jongen een extreme wegloper is en dat we hem persoonlijk aan de leiding over moeten dragen. 
"Wat doe je nou, je moet de taxi niet zo voor het raam zetten, dan zien ze me. Zet 'm terug."
"Nee, dat doe ik niet, dan staan we veel te gevaarlijk midden op het pad. Er moeten meer auto's langs kunnen."
"Zet 'm terug of ik word boos. Ik heb je verteld wat ik dan allemaal kan gaan doen. Ik kan je doodmaken als ik mijn zin niet krijg."
"Dat zal nogal meevallen. We stappen nu gewoon uit en we gaan naar binnen."


Er is nog steeds geen leiding te zien en de deur blijft gesloten. Leuke organisatie, ik moet die jongen op hun verzoek onder me houden tot ik hem persoonlijk over kan dragen. Dan mag er van hun kant ook wel iemand klaarstaan. 
De jongen belt aan. Ik blaas mijn toch al brede postuur een beetje op om hem de terugweg over het pad wat moeilijker te maken. 
"Laat me erdoor, ik wil weg."
"Nee, als jij je wilt verstoppen, kan dat ook achter dat muurtje, daar zien ze je ook niet." Ik wijs een nis aan waar normaal een vuilcontainer in staat. 

"Nee, ik wil achterom."
"Nee, jij blijft hier, je gaat niet achterom." Waar blijft die leiding nou?
"Ik ga je iets aandoen he. Je gaat dood, let maar op. Je moet nu weggaan of ik maak je dood."
Ik blijf hem breed de weg versperren, met mijn beide armen een boog makend om de jongen tegen te houden als dat nodig is. Maar ik wil ook nog een keer op die bel drukken, want er komt maar niemand. Of misschien heeft die jongen helemaal niet gebeld. Op het moment dat ik mijn linkerarm wat ophef om naar de bel te reiken, duikt de jongen er onderdoor en schiet weg, het pad op dat naar de achterkant van de huizen gaat. Meteen gaat ook de deur open. 
"Ja, jammer, nu is hij weg. het spijt me. Ik heb mijn best gedaan, maar ik kan hem niet geforceerd hier als een boef opbrengen. Die jongen is sterker en sneller dan ik."
De leiding in de deuropening luistert nauwelijks, ze stuurt meteen haar collega's aan twee kanten het huis uit om de jongen te vangen. 


"Misschien is het een idee als jullie iets afspreken met de vader? Dat hij jullie belt zodra zijn zoon met de taxi vertrekt? Dat er dan iemand van jullie op de uitkijk staat en meteen naar buiten komt?"
Mijn opmerking heeft geen zin, de leiding heeft wel iets anders te doen. De vrouw die de deur open deed is weer naar binnen om de andere jongeren in toom te houden. Die willen nu allemaal naar buiten, om te kijken wat er mis is gegaan. Buiten lopen de andere leiders rond: "Ja daar, achter die bosjes. Wij links, jullie rechts. We moeten hem insluiten."

Ik vul mijn papieren in en vertrek. Jammer, ik had het graag anders gedaan. Maar zo'n kind is door mij alleen niet te houden. Of ik zou hem moeten boeien (wat niet mag), maar dan wordt de kans op agressie nog veel groter. 


Geen opmerkingen:

Een reactie posten