zaterdag 21 februari 2015

Strak


Eigenlijk wilde ik niet, maar het moest. Ik kon er niet langer onderuit. Ik moest me een nieuw uniform aan laten meten. Waarom ik daar zo tegen opzag? Omdat het nooit goed ging. Tot nu toe dan. 
Mijn laatste uniform is een jaar of zes geleden aangemeten. De kleermaker liet mij een doorpasjasje aantrekken, waarna hij driftig met krijt en spelden ging strepen en prikken. Zo moest het worden, na 14 dagen zou het klaar zijn. Toen ik het eenmaal had, paste dat pak dus voor geen meter: de revers gaapten en deden mijn toch al niet onaanzienlijke boezem nog eens drie maten groter lijken. De schouders hingen tot halverwege mijn bovenarmen, de mouwen reikten tot op mijn vingerkootjes en mijn armen vooruit strekken -toch geen zeldzame beweging voor een chauffeur- lukte niet, daarvoor had ik te weinig bewegingsvrijheid bij de oksels. Ik heb gevraagd of het aangepast kon worden, maar volgens die kleermaker was dat niet nodig. Het was puur een kwestie van wennen, volgens hem. Het gevolg was dat ik het jasje nooit droeg. Ik trok een nette zwarte broek, witte of zwarte bloes en zwart vest aan, completeerde dat met een sjaaltje in de bedrijfskleuren et voilà, c'est ça

Dat ging goed totdat ik mijn eerste uitvaart moest rijden: niet in de rouwauto, maar in de VIP-bus, een luxe afgewerkte antracietkleurige verlengde Mercedes Sprinter, mét rolstoelfaciliteiten. Als een familielid van de overledene in een rolstoel zit en geen passend vervoer heeft, huurt de begrafenisondernemer ons in. Nu moest het uniform toch echt uit de kast komen, ik kon er niet meer onderuit.
Tijdens de dienst zaten uitvaartleider, dragers en ik samen in de koffiekamer. Een van de dragers begon over zijn maatpak en al snel viel iedereen over mijn kleding. "Welke werkgever stuurt zijn personeel nou zo op pad?" "Zie je zelf dan niet dat dat niet past?" "Dat draag je toch niet?" Ik schaamde me kapot omdat ik wist dat ze gewoon gelijk hadden. Ik nam me voor het jasje nooit meer te dragen. 

Kort daarna was de kleermaker weer op bezoek bij ons bedrijf en ik besloot een nieuwe gok te wagen. Inmiddels hing mijn uniform al ruim twee jaar in de kast en dat was lang genoeg om weer een nieuw pak te vragen. Maar dat ging zomaar niet, ik moest het oude meebrengen om te laten zien waarom het vervangen moest worden. Met het vreselijke jasje aan stapte ik de kamer van de kleermaker binnen. "He? Wat hebt u nou aan? Van wie is dat jasje?" "Van mij. Dat is voor mij gemaakt." "Dat kan niet, het past helemaal niet. Dan is het wel een heel slechte kleermaker geweest. Wie heeft het aangemeten?" "U, meneer." Even was het stil. "Nou, dan denk ik dat ik de gegevens van twee verschillende chauffeurs door elkaar heb gehaald, want dit kan echt niet." 
Weer ging hij aan de slag met krijt en spelden, dit keer niet op een doorpasjasje, maar op mijn eigen colbertje. Twee weken later had ik het in huis, inmiddels draag ik het al weer vier jaar. Het zit niet zo perfect als een echt volledig op maat gemaakt pak, maar het voldoet goed en ik zie er netjes uit, daar gaat het toch om? 

Maar nu was het jasje echt op. De voering is rafelig en gescheurd en de punten van de splitjes onder aan de mouwen zijn gewoon stuk, daar komt de versteviging door de stof heen naar buiten. Om het niet op te laten vallen kleurde ik die lichte verstevigingsstof elke keer bij met een stift. Zo behielp ik me, omdat ik zo vreselijk opzag tegen het gezeur en gedoe rond een nieuw pak. En als ik mijn collega's zo eens bekeek had bijna niemand een echt goed passend pak aangemeten gekregen. Maar zoals gezegd: mijn pak is nu echt op. Nu moet ik wel.
En wat blijkt: omdat niemand tevreden is, heeft het bedrijf een andere kleermaker in de arm genomen. Een bekende herenmodezaak levert voortaan de uniformen en ik mag er daar een aan laten meten. 


Drie weken geleden ging ik erheen. De doorpaspakken zijn weliswaar van hetzelfde merk als mijn oude uniform, maar ze zien er beduidend beter afgewerkt uit. De kwaliteit is ook beter. Dat belooft wat. De verkoper, de eigenaar en de kleermaker ontfermen zich gedrieën over mijn kostuum. Hier een krijtstreepje, daar een knopspeldje. Ze besluiten dat ik een herenkostuum krijg, waarin nieuwe voorpanden worden gezet zodat het beter om mijn weelderige vormen past. Dat moet lukken! Ik ben benieuwd.
Ruim een week geleden werd het uniform bij ons bedrijf bezorgd. Hoera! Wat zag het er mooi uit. Ik schoot erin en alles zat prima. De schouders als gegoten, de mouwlengte precies goed, ik kon mijn armen keurig strekken. Nu nog eve.... he? De knopen kunnen niet dicht? Ja, ze kunnen wel dicht, maar dan zit het pak superstrak. De stof trekt in twee grote X-en rond de twee knopen, elke welving in mijn romp wordt zwaar geaccentueerd, de diep uitgesneden revers bollen aan beide zijden open en de stof wordt zó strak over mijn billen getrokken, dat de flap tussen de beide achtersplitten flink opbolt. Mijn bilpartij lijkt wel op die van een Creoolse moeder van twaalf kinderen. Gaan zitten lukt niet, want dan scheuren op den duur de knoopsgaten uit. Dit kan écht niet. Afvallen dan? Nee, dat is geen optie. Dan passen de pantalons niet meer en die zitten nu juist wel goed. 

Gisteren ging ik terug naar de winkel. Diezelfde verkoper zag al snel wat het probleem is: "Mevrouw, u moet het jasje gewoon open laten hangen, dat is de mode op dit moment. Kijk maar, als ik mijn colbert dicht doe trekt het ook aan alle kanten. Te klein is op dit moment de norm". Inderdaad, zelfs bij deze slanke man verschijnen twee grote X-en rond de knopen en trekt het achterpand lelijk weg.
"Dat kan wel zijn, maar u kleedt zich graag modern casual en ik moet van mijn baas in een keurig verzorgd uniform lopen. Dat is een totaal ander beeld, dat heeft niets met mode te maken. Mijn colbert moet ik gewoon dicht kunnen knopen, dat hoort zo bij een uniform en mijn baas en ik willen dat ook zo." ("En bovenal: klant is koning", denk ik er nog bij.)
"Ja, nou, ik weet het niet hoor. Weet u wat, neemt u het jasje maar weer mee. Ik zat het maandag met mijn baas bespreken, dan hoort u nog van ons."

Tja, ik denk dat ik maar weer een plekje in mijn kast ga reserveren.

- - - - - - - - - - - 

UPDATE: We zijn nu vier weken verder. Deze week is de kleermaker weer terug van zijn vakantie en gisteren heeft hij mijn pak opnieuw bekeken. De pantalon zit inderdaad prima, het colbert moet ACHT hele centimeters wijder! Dan denk ik dat er toch iets mis is gegaan toen hij mij de eerste keer de maat nam. Zoveel kun je niet "groeien" in zo'n korte periode. Bovendien zou de pantalon ook niet meer passen als ik zoveel was aangekomen. 

3 opmerkingen:

  1. Ik vindt dit zo'n heerlijk verhaal! Kan hier erg smakelijk om lachen al zal dat voor jou niet het geval zijn. Sterkte met het maten meten en tot snel :-)

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Valt wel mee hoor, Bram. In een column is een bepaalde mate van overdrijving toegestaan. Hierboven staat niets gelogen, maar wát ik heb geschreven is op sommige plaatsen wel extra aangezet.

      Verwijderen