zaterdag 22 maart 2014

Luizenbaantje


Taxirijden? Luizenbaantje! De hele dag een beetje rondtoeren in de auto, daar lijd je niks van. Gemakkelijk verdiend geld!
O ja? Als ik de soms fysiek zware omstandigheden bij het vervoeren van meerdere rolstoelen in een rolstoelbus buiten beschouwing laat; als ik niks zeg over lastige, moeilijke, veeleisende en een heel enkele keer ook gevaarlijke klanten; als ik niet hoef te puzzelen over de beste combinaties, de kortste routes of de meest logische manier om alle klanten binnen de opgegeven tijdsmarge zowel in de auto als op de plaats van bestemming te krijgen; als ik de hele dag niet naar de wc zou hoeven; als ik het ook niet heb over de moeite die het soms kost om zo veel en zo lang te zitten, of om uren achtereen toch fit en alert aan het verkeer deel te kunnen nemen, dan blijft het nog steeds een fysiek zware baan. Dat komt wat mij betreft vooral door de werktijden.


Daarbij gaat het mij niet om de arbeidsduur, maar om de onregelmatigheid daarvan. In 2008 heb ik zes maanden fulltime in het rooster meegedraaid en het was qua werk een van de moeilijkste periodes in mijn leven. Ik kon me daar lichamelijk gewoon niet op aanpassen, dát was het probleem. En na enkele maanden zombiën wist ik het zeker: ik moet hier weg! Niet weg uit dit werk, maar wel weg uit dit rooster. 

Wij werkten destijds -en ik veronderstel dat dat nu nog zo is- in een 22-wekenrooster: 22 weken achter elkaar heb je nooit langer dan vier dagen dezelfde dienst. Diensten zijn ergens tussen 's ochtends 6 uur en 's nachts 2 uur. Afhankelijk van de tijd van de dag en het bijbehorende passagiersaanbod worden er elk half of heel uur een of meer collega's aan de dan rijdende crew toegevoegd, danwel uit dienst gehaald. Diensten variëren in lengte van 7 tot 11 uur (inclusief pauze).
Meestal heb je 2, 3 of 4 dagen achter elkaar dezelfde dienst. Vervolgens kun je ofwel nog enkele dagen een andere diensttijd krijgen, ofwel een of twee dagen vrij zijn. Bij elkaar maak je altijd werkweken van tussen de vier (héél soms drie) en de zes aaneengesloten werkdagen, waarbij gemiddeld twee keer per maand minstens één van je vrije dagen in een weekend valt. Meestal zit daar wel een keer per maand een heel weekend in.
Dat weet je allemaal, je kunt het hele rooster voor die 22 weken al vooraf bekijken en je weet dat na 22 weken het hele schema weer exact hetzelfde van vooraf aan begint. Je kunt jouw eigen agenda er dus op aanpassen. Lijkt een eitje, toch? 

Nee, dan begint het. Om te beginnen: schaf je sociale leven maar af. Tussendoor ergens op bezoek gaan lukt nog wel, maar lid worden van een vereniging die elke week op dezelfde tijd bij elkaar komt, kun je wel vergeten. Vaste afspraken, voor wat dan ook, zitten er niet in met dit werkrooster.

Slapen? Ook dat kon ik wel vergeten. Slapen op commando kan ik niet. Ik kan gelukkig met weinig slaap toe, maar een uur of vijf á zes per nacht heb ik wel nodig. Daarbij heb ik de onhebbelijkheid dat ik altijd 's ochtends rond 5:30 wakker ben. Zomer en winter, uitgeslapen of niet, het lukt me niet om langer door te slapen. Als ik dan late dienst heb tot 2:00, kun je wel nagaan wat er gebeurt. Want ook dan ben ik zo vroeg weer wakker. Daar komt bij dat einde diensttijd niet betekent dat je dan snel je bed in kunt. Ik moet heel veel moeite doen om 's avonds na tien uur nog alert genoeg te zijn om auto te rijden. Na die tijd moet ik continu zorgen wakker te blijven door harde muziek, frisse lucht, cafeïne, adrenalinekicks en meer van dat soort hulpmiddelen. Na afloop van de dienst kan ik dat niet direct uitschakelen, gevolg is dat ik de eerste drie uur nadat ik mijn dienst beëindig echt niet in slaap kan komen. Maar om 5:30 zit ik wel weer rechtop in bed. Nou, toegegeven, als ik een aantal late diensten achter elkaar draai, loop ik zó op mijn tandvlees dat ik wel eens tot 7:00 of 8:00 in coma lig, maar later wordt het nooit. Op den duur vreet dat aan je. Ik werd er letterlijk ziek van.
Maar gelukkig werk ik nu in een beter systeem: elke week krijg ik een overzicht van de nog niet ingevulde diensten van de volgende week. Daarop kan ik aanstrepen welke diensten ik in wil vullen. Sinds ik dat doe, werk ik volgens mijn biologische klok en is er geen vuiltje meer aan de lucht.


Nou ja, geen vuiltje? Wat denk je van de pauzes? Je krijgt pauze op een rustig moment tijdens de dienst, da's begrijpelijk. Volgens de CAO en de rij- en rusttijdenwet mag je na minimaal drie uur dienst met pauze gestuurd worden en mag je maximaal vijfenhalf uur achtereen rijden zonder dat je pauze krijgt. Let wel: ik zeg rijden. Het gaat er dus om dat de wielen rollen. Onlangs reed ik in een taxi waar je op het dashboard kon zien hoe lang je rijdt. Ik had toen een dienst van vijfenhalf uur achter de rug, het klokje op het dashboard gaf aan dat ik 3:27 gereden had. Alle tijd die de auto stilstaat voor verkeerslichten of bij het in- en uitstappen van passagiers telt namelijk niet mee als rijtijd. Gelukkig doet mijn werkgever niet moeilijk en heb ik nooit langer dan vijfenhalf uur zonder pauze hoeven werken. 

Maar dan komt het probleem: de pauze zelf. Als ik mijn eetmomenten aanpas aan de pauzemomenten die ik als taxichauffeur krijg, gaat het helemaal mis. Dan raakt mijn stofwisseling totaal van slag. Zou ik dat onregelmatige patroon langer volhouden, dan zit ik over een tijd ziek thuis.
Hoe dat komt? Laat ik vandaag als voorbeeld nemen. Mijn dienst begon om 12:00 uur. Ik ging om 11:30 van huis. Als ik thuis had willen lunchen, had ik dat tussen 11:00 en 11:30 moeten doen. Vanmorgen ontbeet ik om 7:00, dan heb ik om 11 uur echt nog geen trek in een lunch. Dus heb ik de lunch in hapklare brokken gesneden die ik tussen 12:30 en 13:00 opat terwijl ik met een lege taxi van klant A naar klant B reed. Sssstttt, niet verder vertellen, want eten of drinken in de taxi mag niet, óók de chauffeur mag dat niet.

Ik had het kunnen weten: om 15:00 is er niks meer te doen en mag ik 3 kwartier thuis pauze houden. Dat zou dan hét moment moeten zijn om een hoofdmaaltijd te nuttigen, want ik sta tot vanavond 21:00 ingeroosterd. Uit ervaring weet ik dat dat altijd wat uitloopt. Vóór 22:00 verwacht ik niet thuis te zijn en moet ik dan nog eten? Dat gaat 'm dus echt niet worden. Gelukkig ben ik ervaren genoeg om te weten dat dit soort pauzetijden meer regel dan uitzondering zijn, ik ben er dus altijd op voorbereid. Ik neem een maaltijdsalade mee naar mijn werk, of een stuk hartige taart, of iets anders dat koud ook prima smaakt en ook dat eet ik -jawel- tussen twee klanten door in de taxi op. Maar dat doe ik dan wel op de tijden die mijn eigen biologische klok me aangeeft.

Geloof me, ik voel me er nu prima bij, beter dan in  de tijd dat ik nog in het rooster meedraaide en ik mijn lichaamsprocessen af moest stemmen op de wensen van een vervoersplanner. En op deze manier blijft taxirijden leuk. Heel leuk. Maar een luizenbaantje is het nog steeds niet.

O ja, wat ik dan wel in mijn pauze doe als ik niet wens te eten? Dit verhaal tikken, bijvoorbeeld. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten