vrijdag 9 oktober 2015

Airportverdriet



"Neem in Arnhem maar een half uurtje pauze, dat kan precies tussen die laatste uitstapper en die nieuwe klant."
Fijn. Eigenlijk is het nog een beetje vroeg voor pauze, zeker omdat ik anderhalf uur voor de geplande uitstap in Arnhem al een kwartier pauze heb gehad. Maar ach, ik kan het wel gebruiken. Vannacht heb ik heel slecht en heel weinig geslapen en even iets anders doen dan achter het stuur zitten is echt welkom.
Maar ja, dan is het druk op de autoweg - vervolgens wordt er in Arnhem aan de weg gewerkt en weet mijn passagier een korte omweg... via fietspaden en verkeerd-om eenrichtingverkeer, dus dat gaan we niet doen - dan weer stuurt de navigatie me consequent via het afgesloten wegdeel - en oeps... nou is mijn klant wel thuis, maar mijn tijd is ook om. Geen pauze dus. Snel verder naar de volgende klant.

"Geen probleem. Als je die mevrouw uit Arnhem en nog een mevrouw uit Nijmegen op hun bestemming hebt, kun je in Uden na de laatste uitstapper even pauzeren."
Prima. Bij een uitgeslapen chauffeur zou dat alternatief zelfs beter zijn dan pauze in Arnhem. Maar ik ben moe...

"Ai. Pauze in Uden? Tja. Ik wilde je eigenlijk na die pauze naar Eindhoven Airport sturen, maar nou heb ik het laatste uur al vier keer een andere aankomsttijd van die vlucht binnengekregen. Vind je het erg om eerst naar Eindhoven te rijden en dan pas pauze te nemen? Dan ben je tenminste daar in de buurt als het nodig is."
Vind ik het erg? Eigenlijk wel. Maar officieel mag het nog wel, dankzij dat kwartiertje dat ik vanmorgen al gehad heb. En ik ben nog wel alert. Toe maar. Snel een koffie en toiletbezoek bij een benzinestation en dan kan ik er weer tegenaan.

"Nee chauffeur, taxi's moeten echt op de meest rechtse baan. De linkerbaan is voor kortparkeren, de middelste voor de kiss-and-ride-zone plus de parkeerplaatsen voor gehandicapten en de rechter is uitsluitend voor taxi's."
Mijn tegenwerping dat de taxistrook alleen maar bereikbaar is voor taxi's met een speciale pas, wuift de verkeersregelaar weg. Het is volgens hem nu zó druk dat er allerlei doorgangen open zijn die anders gesloten blijven. OK, dan maar de taxistrook. De andere banen zijn helemaal hopeloos druk. Ze staan vol, pas als er via de uitgang een auto van het parkeerterrein wegrijdt, laat de verkeersregelaar weer een nieuwe parkeerder door. 

"Ik heb er niets mee te maken wat die verkeersregelaar zegt. Als u geen pasje heeft, sluit u maar mooi achteraan in de rij aan."
Had ik nou echt geloofd wat die verkeersregelaar zei? Of wist ik diep van binnen al dat het mis was? De stem die uit het kastje bij de slagboom klinkt, verbaast me eigenlijk niet. Maar wat nu? De baan is net breed genoeg voor één auto en dus te smal om te keren. Achteruit rijden kan niet, de baan heeft een onoverzichtelijke bocht en er kan zomaar een andere taxi de hoek om komen. Een automobilist in de rij naast mij ziet me twijfelen en maakt een handgebaar. Ik kan voor hem invoegen, 'dankjewel' wuif ik. Eindhovenaar natuurlijk, dat zijn en blijven vriendelijke mensen, denk ik, als geboren en getogen Eindhovense. Zelfs voor mensen zoals ik, die al veertig jaar de stad uit zijn, verloochent zich dat niet.   

"Komt u iemand halen? Dan moet u de kiss-and-ride-zone hebben."
Deze verkeersregelaar wijst me naar een smalle doorgang. Hoge stoepranden en een stopverbod aan beide zijden van de smalle rijstrook maken duidelijk dat wie daarin gaat er niet meer langs deze weg uit kan komen. Maar de man heeft wel gelijk: ik kom iemand halen. Iemand met een rollator, die hulp nodig heeft met zijn twee grote koffers. Dat lees ik tenminste in de klantinformatie op mijn dashboardscherm.
Ik neem de aangewezen strook. Even verderop wordt hij breder. Rechts kun je fileparkeren op de kiss-and-ridezone, links zijn schuine insteekvakken voor rolstoelauto's. Dáár moet ik zijn, mijn VW Caddy is speciaal voor rolstoelen ingericht!
Op dit moment is mijn klant waarschijnlijk nog onderweg van het vliegtuig naar de bagageband. Voor rollatorgebruikers is dat op Eindhoven Airport een crime, heb ik me al vaker laten vertellen. Het zal nog wel een tijdje duren voordat mijn klant zijn bagage heeft, hoog tijd dus voor een kwartiertje pauze. Nu past alles echt precies binnen de marges van het Rij- en Rusttijdenbesluit, ik heb geen drie minuten speling meer. Ik druk de pauzeknop in op de Cabman BCT.


"Ben jij nog in de buurt met je wielklem? Er staat hier nog een taxi die 'm wel kan gebruiken."
De stem klinkt vlak achter me. Ik open het portier om te zien wat er aan de hand is. Een man op een segway staat direct achter mijn taxi. 
"Oh, wacht even. De chauffeur zit er nog in. Ik bel je dadelijk wel terug."
Wielklem? Voor mij? Hij zal zich toch zeker vergissen? 
"Weet u wel dat u hier helemaal niet mag staan? Dit is alleen voor mensen met een invalidenparkeerkaart."
"Weet u wel dat dit een invalidentaxi is? Kijk, helemaal ingericht op rolstoelgebruikers. Hoe denkt u anders dat ik iemand met een beperking op kan halen?"
"Dat weet ik niet en dat interesseert me niets. U heeft geen invalidenparkeerkaart en u mag hier niet staan."

"Hoe kan ik een invalidenparkeerkaart hebben? Die dingen worden alleen op de persoon afgegeven, niet op een taxi. En die andere taxi's die hier staan dan? Dat zijn allemaal dezelfde Caddy's. Waarom krijgen die geen wielklem?"
"Die hebben wel een parkeerkaart en u niet."
Ik kijk omhoog, de man weigert van zijn segway af te komen en kijkt met een autoritaire blik op mij neer. 

Zielig mannetje ben je, dat jij jouw gezag moet ontlenen aan je fysieke positie. Je bent niet eens origineel. Zelfs Hitler ging je voor: ontzag verwerven door zich letterlijk boven mensen te plaatsen. Als je een vent ben kom je omlaag en praat je op gelijke hoogte met me.
Ondanks dat ik heel goed besef welke doorzichtige tactiek deze man gebruikt, bind ik toch in. Ik ben moe. Doodmoe. Het huilen staat me nader dan het lachen. Ik wil geen heibel. Ik wil rust. En daarna wil ik snel mijn klant naar huis brengen en dan zelf naar huis. 

"Weet u wel wat het u gaat kosten als mijn collega met de wielklem hier dadelijk staat?"
"Dat zal niet mis zijn. Maar ik sta nu in de pauze en weet u wat het mij gaat kosten als ik nu mijn auto verplaats? Dan ben ik grandioos in overtreding. Als ik binnen nu en een half jaar een controle krijg, is dat allemaal uit te lezen op de chip van mijn chauffeurskaart. Dat kost me dan € 240,-- boete."
"Nou mevrouw, dan is het aan u om te kiezen. Zoiets kost die wielklem ook."

De segwaymeneer rijdt weer verder. Er komt een andere man in zo'n zelfde lichtgevend vestje op me af. "Nou, schiet op. Wegwezen!"
Mijn buurvrouw taxi-chauffeur heeft intussen haar passagiers in de auto zitten. Allemaal mensen zonder beperking, maar haar Caddy heeft wel een rolstoelsticker achterop zitten, daarom negeert Mister Segway haar. 
"Het gaat echt om die sticker hoor", zegt mijn buuf in het voorbijgaan. "Zorg dat je die hebt en er is niks meer aan de hand". 
Dat heb ik nou: elke dag rijd ik in een andere auto en net op die ene dag dat het essentieel is, heb ik een auto zonder sticker te pakken.

"Wegwezen hier!" blaft de man in het veiligheidsvestje. 
Ik weet dat ik in noodgevallen mijn auto ondanks de pauzestand een stukje mag verplaatsen, daarom rij ik hem achteruit het parkeervak uit. Dan zie ik dat de slagboom aan het einde van de baan dicht is. Een andere auto is inmiddels al het parkeervak ingeschoten, dus draai ik de taxi maar op de kiss-and-ridezone.
De blaffende man komt op me toelopen.
"Sorry meneer. Ik kan niet weg, de slagboom is dicht en ik zal eerst moeten betalen." De tranen prikken nu nog harder achter mijn ogen. Het is pure vermoeidheid waarom ik zo emotioneel word, maar ik besef ook dat mijn tranen hier meer kwaad dan goed zullen doen. Ik slik ze in. 
"Dan ga je maar betalen en als intussen de marechaussee komt met de wielklem, dan heb je pech."
De man verdwijnt. Ik loop richting betaalautomaten en zie voor alle vier de automaten een rij van minstens twintig mensen staan. Zal ik dan toch maar even naar binnen gaan om te zien of mijn klant daar al staat? Ik heb geen naambordje bij me, ik heb geen idee hoe hij of zij eruit ziet. De enige herkenning is het vluchtnummer en de rollator met twee koffers. Mijn blik zwenkt weer naar de lange rij.

"AAUUWW! Hellup! @#$%^&*"
Midden op de rijbaan heb ik een diepe, brede scheur in het asfalt niet opgemerkt. Mijn enkel zwikt om, ik struikel, val op mijn knieën, handen, elleboog. Gelukkig raakt mijn hoofd de grond niet. Maar heel even blijf ik liggen, dan probeer ik weer overeind te komen. Mijn enkel en knieën doen echt pijn. Mijn handen branden. Mijn elleboog klopt. Ik probeer overeind te komen, maar dat gaat niet zo snel. Twee uiterst vriendelijke Marokkaanse mannen pakken me ieder onder een elleboog vast. Hun gehoofddoekte vrouwen staan er goedkeurend bij te knikken. Ik wil heel hard roepen: "He Wilders, kijk nou eens goed. De Hollanders lachen me uit en de Marokkanen helpen me!" Maar ik beperk me tot een boze blik naar enkele mensen bij de betaalautomaten die me echt uit staan te lachen.
Na een bedankje strompel ik naar de aankomsthal. Daar kan ik mijn wonden likken. Je denkt toch niet dat ik zo gehavend tussen die lachers ga staan? Ik voel het bloed langs mijn been lopen, maar mijn broek is gelukkig nog heel. En op zwarte stof zie je geen bloed. 


"Deze mobiele telefoon kan uitgeschakeld zijn. Probeert u het later nog eens."
Het is al de derde keer dat ik dit bericht krijg. Waarom geven bijna alle taxiklanten op luchthavens hun mobiele telefoonnummer op, als ze vervolgens na de landing vergeten hun telefoon weer aan te zetten? Ik spreek de voicemail in, stuur nog een sms en ga weer naar buiten. Er zijn vier vliegtuigen tegelijk aangekomen, allemaal worden ze via dezelfde bagageband verwerkt. Het is loeidruk in de aankomsthal en een rollator zie je hier pas als hij pal voor je neus staat. 
In de rij voor de betaalautomaat sta ik op dit moment beter, de lachers zullen onderhand wel weg zijn. En al zouden ze er nog zijn, wat dan nog? 

"Weet iemand hoe ik een kwitantie uit dat ding krijg?"
Ik heb de kwitantieknop ingedrukt voordat ik betaalde, maar er komt -behalve de gevalideerde parkeerkaart- niks uit de betaalautomaat. "Ze zullen op zijn", suggereert mijn buurman. "Vind je dat gek, als het zo druk is?"
Balen. € 4,-- betalen om hier weg te kunnen en geen enkele mogelijkheid hebben om het dadelijk aan de baas terug te vragen. Tja, dan had ik maar moeten pinnen, dan had ik een bewijs. Maar mijn pinpas ligt in de taxi en daar wil ik pas weer heen als ik direct van de parkeerstrook weg kan rijden. 

Ach, bekijk het. Dan maar op eigen rekening, als ik hier maar weg kan. Ik word hier gek!

"Hoe kan dat nou? Waarom is dat ding open?"
Als ik terugkom bij de taxi wijst de slagboom fier omhoog. 
"Ik denk dat het komt omdat het hier echt een gekkenhuis werd. Iemand van de beveiliging heeft die slagboom zojuist opengezet", vertelt een taxichauffeur die zijn auto -natuurlijk voorzien van een rolstoelembleem- aan de overkant van de baan heeft staan.
Mooi is dat, betaal ik nog voor niks ook. Maar hoe dan ook, ik kan weg. En ik heb geen wielklem, geweldig toch? Ik rijd mijn auto een stukje van de parkeerdrukte vandaan, het industrieterrein op. Mijn klant kan me bellen zodra hij zijn telefoon aanzet, en ik kan hier in alle rust afwachten. In alle consternatie heb ik volgens de BCT zelfs 35 minuten pauze gehad. Geen echte pauze natuurlijk, maar de wielen stonden stil en dat is voldoende om veilig door een controle te komen. 

Als ik een tijdje later besluit om nog eens het parkeerterrein op te rijden, zijn de lange wachtrijen weg. Het is er nog steeds vol, maar heel dicht bij de uitgang van het luchthavengebouw komt net voor mijn neus een plekje vrij. De klant reageert nu wel als ik hem bel. Tien minuten later zit hij in de auto en sta ik opnieuw in de rij voor de betaalautomaat. Een andere automaat deze keer, eentje mét kwitanties. En de rij is intussen ook een stukje korter geworden. 
Wil je geloven dat de terugrit naar Oss dankzij een heel gezellige klant toch nog leuk is? Wel een beetje ongemakkelijk, want terwijl mijn ene knie steeds dikker en stijver wordt, voel ik op mijn andere knie de broekspijp in de wond vastdrogen. Maar we gaan naar huis, en dat maakt alle ongemak goed. 
Op het dashboard ligt het niet ingeleverde parkeerkaartje, als souvenir van de chaos. 




2 opmerkingen:

  1. Wat een verhaal! Hopelijk gaat het meestal anders...

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Qua drukte en verkeersregelaars wel. Gelukkig maar.
      Toch blijft Eindhoven Airport een vervelende plek om mensen op te halen, omdat we geen vaste plek hebben waar we met de klant afspreken. Mensen zetten hun telefoon niet aan of hebben ons hun nummer niet doorgegeven, ze gaan zwerven, chauffeur gaat zoeken en keer op keer duurt het hier lang voordat ik mijn passagiers heb gevonden.
      Op Schiphol spraken wij vroeger af bij de STA-balie, tegenwoordig bij het meetingpoint in de centrale hal. Dat is voor iedereen te vinden. Op Ehv-Airport kennen ze zoiets niet.

      Verwijderen